engineer installing underfloor heating system

Veel gestelde vragen

Je hebt een storing aan je installatie en wilt dat het meteen wordt opgelost. Logisch! Daarom vind je hier meest gestelde vragen met antwoorden op een rij. Zie wat jij zelf kunt doen. De oplossing is meestal vrij simpel. Zelfs met twee linkerhanden kom je een eind.

Elektra

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Phasellus rhoncus congue pellentesque. Maecenas placerat dictum pretium.

https://www.youtube.com/watch?v=rISwKetmkAA

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Phasellus rhoncus congue pellentesque. Maecenas placerat dictum pretium.

Verwarming

Uw woning is voorzien van een cv-ketel met een 2-zone regelsysteem. Een hoog-temperatuur zone voor de verdieping en een laagtemperatuur zone voor de BG. Beide zones zijn voorzien van een eigen thermostaat.

Indien de thermostaat op de verdieping niet “vragend” staat, dan zullen de radiatoren niet warm worden. Met andere woorden: stel, de thermostaat op de verdieping staat op 20°C ingesteld indien de ruimte waar de thermostaat hangt daadwerkelijk 20°C (of warmer) is. Dan zal de thermostaat geen verwarmingsvraag meer naar de ketel sturen.
De ketel gaat uit en de radiatoren koelen af.

Om te controleren of uw installatie correct functioneert kunt u het volgende doen:

Actie: zet de thermostaat op de verdieping op “hoog” bijvoorbeeld 25°C.

–> De cv-ketel zal nu gaan branden en de radiatoren op de verdieping zullen warm worden.

–> indien de radiator warm wordt werkt uw installatie correct.
De radiator in bijvoorbeeld een slaapkamer wordt pas warm wanneer de cv-ketel of warmtepomp een signaal ontvangt dat er een warmtevraag is. Dit signaal komt vaak van de thermostaat welke op de overloop hangt. Indien de overloop op temperatuur is (en dus geen warmtevraag heeft) krijgt de cv-ketel of warmtepomp geen signaal om “aan te gaan”. Radiatoren in overige vertrekken blijven dan koud.

Uw woning is voorzien van een cv-ketel met een 2-zone regelsysteem. Een hoog-temperatuur zone voor de verdieping en een laagtemperatuur zone voor de BG. Beide zones zijn voorzien van een eigen thermostaat.

Bij de oplevering van uw woning is dit systeem gecontroleerd, indien u twijfelt of uw installatie correct functioneert kunt u het volgende doen

Actie: zet de thermostaat op de begane grond en verdieping op “laag” bijvoorbeeld 16°C.
Actie: wacht een uur om de vloerverwarmingsverdeler af te laten koelen.
(indien deze al koel aanvoelt kunt u direct door naar de volgende actie)

–> De cv-ketel zal nu uitschakelen, en uit blijven.

Actie: noteer na de afkoelperiode de temperaturen welke u op de vloerverwarmingsverdeler afleest.

Actie: zet de thermostaat op de verdieping op “hoog” bijvoorbeeld 25°C.
Actie: zet de radiatorknoppen op de verdieping “open”.

–> De cv-ketel zal nu gaan branden en de radiatoren op de verdieping zullen warm worden.

–> De temperaturen welke op de vloerverwarmingsverdeler afgelezen zijn moeten gelijk blijven, deze mogen niet stijgen.

–> Indien bovenstaand gebeurd, functioneert de hoog-temperatuur zone correct.

Actie: zet de thermostaat op de verdieping op “laag” bijvoorbeeld 16°C,
(de thermostaat op de BG, moet ook nog steeds op “laag” staan)”
Acte: wacht een uur om de radiatoren af te laten koelen.

–> De cv-ketel zal nu uitschakelen, en uit blijven.

Actie: noteer na de afkoelperiode de temperaturen welke u op de vloerverwarmingsverdeler afleest.

Actie: zet de thermostaat op de begane grond op “hoog” bijvoorbeeld 25°C.

–> De cv-ketel zal nu gaan branden.

–> De temperatuur welke op de vloerverwarmingsverdeler afgelezen zijn zal nu moeten stijgen.
Let op: de temperaturen zullen niet tegelijk stijgen, de aanvoer temperatuur zal eerder warm worden dan de retour
temperatuur.

–> De temperatuur van de radiatoren moeten gelijk blijven, deze mogen niet stijgen.

–> Indien bovenstaand gebeurd, functioneert de laagtemperatuur zone correct.

Bij het toepassen van vloerverwarming in een cementgebonden vloer is er tijdens het opwarmen van de vloer een risico van scheurvorming. Om het risico van scheurvorming te verkleinen kan de bouwkundige aannemer een opstookprotocol opstellen en laten uitvoeren. Bij de bouw van uw woning is door de bouwkundige aannemer aangegeven dat de vloer(en) niet volgens een bepaald protocol opgestookt hoeft te worden.

Actie: ga bij uw vloerleverancier na waarom de vloer opgestookt moet worden. Vaak is scheurvorming niet een probleem maar te veel vocht in de vloer wel.

–> indien de vloerleverancier aangeeft dat de vloer wel opgestookt moet worden omdat scheurvorming van de cementgebonden vloer de uiteindelijke vloerafwerking kan beschadigen dient u de vloer zelf op te stoken.

Actie: bij de oplevering van uw woning heeft u een gebruikershandleiding van de installaties gekregen. In dit document kunt u nagaan hoe u een opstookprotocol kunt uitvoeren. Let wel dit protocol is een ADVIES, u kunt bij de bouwkundige aannemer en vloerleverancier nagaan of dit protocol correct opgesteld is.

Belangrijk: indien uw woning is voorzien van een warmtepomp welke werkt op bodemenergie adviseren wij ten zeerste om het opstoken door een vakbekwaam persoon uit te laten voeren. De energie welke benodigd is voor het opstoken zal middels het elektrisch element van de warmtepomp geleverd moeten worden. Indien u de vloer opstookt middels bodemenergie, dan onttrekt u in een korte periode dermate veel energie uit de bodem dat de bron “leeg” raakt. Dit kan het correct functioneren van uw installatie zeer negatief beïnvloeden. Indien blijkt dat de vloer toch middels de bodem is opgestookt komen de temperatuur garanties van de bron te vervallen.

–> indien de vloerleverancier aangeeft dat de vloer alleen dient te drogen, adviseren wij de woning goed te ventileren en de kamer thermostaat continue op 20-21°C te zetten. Uw vloerleverancier kan middels een vochtmeting nagaan of de vloer droog genoeg is.

Voor de oplevering van uw woning zijn alle installaties getest. Indien u twijfels heeft over het functioneren van de verwarmingsinstallatie in een bepaalde ruimte kunt u de volgde acties uitvoeren

Actie: controleer de ruimte temperatuur.

–> Indien de ruimte op temperatuur is zal de verwarming uitgaan en niet zal de vloer niet warm aanvoelen.

Bij twijfel kunt u nog wel de volgende acties uitvoeren om te controleren of de installatie correct functioneert.

Actie: zet de thermostaat in de woonkamer op “hoog” bijvoorbeeld op 25°C
Actie: draai de radiatorafsluiter volledig open

–> De cv-ketel of warmtepomp , en de verwarmingsinstallatie voor de bewuste ruimte zal nu in bedrijf komen

Actie: controleer of de radiator warm wordt

–> indien de radiator warm wordt werkt uw installatie correct.
De radiator in bijvoorbeeld een slaapkamer wordt pas warm wanneer de cv-ketel of warmtepomp een signaal ontvangt dat er een warmtevraag is. Dit signaal komt vaak van de thermostaat welke in de woonkamer hangt. Indien de woonkamer op temperatuur is (en dus geen warmtevraag heeft) krijgt de cv-ketel of warmtepomp geen signaal om “aan te gaan”. Radiatoren in overige vertrekken blijven dan koud.

–> indien u dit niet wenselijk vind neem dan contact op met de aannemer om na te gaan of hier in het verkooptraject andere afspraken met uw koopbegeleider zijn gemaakt.

Voor de oplevering van uw woning zijn alle installaties getest. Indien u twijfels heeft over het functioneren van de verwarmingsinstallatie in een bepaalde ruimte kunt u de volgde acties uitvoeren:

Actie: controleer de ruimte temperatuur.

–> Indien de ruimte op temperatuur is zal de verwarming uitgaan en niet zal de vloer niet warm aanvoelen.

Bij twijfel kunt u nog wel de volgende acties uitvoeren om te controleren of de installatie correct functioneerd.

Actie: zet de thermostaat in de woonkamer op “hoog” bijvoorbeeld op 25°C
Actie: indien de ruimte zelf voorzien is van een thermostaat zet u deze ook op “hoog” bijvoorbeeld op 25°C
Actie: controleer of alle afsluitknoppen op de verdeler open staan (blauwe knoppen op verdeler)

 

–> De CV-ketel of warmtepomp , en de verwarmingsinstallatie voor de bewsute ruimte zal nu in bedrijf komen

Actie: controleer na minimaal 2 uur of de vloer warmer aanvoelt.

–> indien de vloer warmer aanvoelt werkt de installatie correct, en kunt u de thermostaten weer op de gewenste instelling zetten. Bijvoorbeeld 20°C.

–> indien de vloer koud blijft, en het vertrek is niet voorzien van een thermostaat: Neem contact op met Salland Installatie Service.

–> indien de vloer koud blijft, en het vertrek is wel voorzien van een thermostaat:

Actie: controleer of de thermostaat is voorzien van een batterij, indien dit zo is: vervang deze. En controleer na ca. 2 uur of de vloer warmer aanvoelt.

–> indien de vloer warmer aanvoelt werkt de installatie correct, en kunt u de thermostaten weer op de gewenste instelling zetten. Bijvoorbeeld 20°C.
Indien dit probleem zich elders in de woning (weer) voordoet is waarschijnlijk de batterij van de thermostaat leeg. ”

–> indien de vloer koud blijft: Neem contact op met Salland Installatie Service.

Uw vloer is voorzien van slangen waardoor warmwater stroom. Daardoor wordt de vloer warm, met als doel de ruimte op temperatuur te brengen/houden. Door verschil in afstand tussen de slangen kunnen er temperatuur verschil in de vloer optreden.

Met andere woorden, de vloer wordt verwarmd om de ruimte op temperatuur te brengen. Het nastreven van een egale vloertemperatuur is in het geen ontwerp uitgangspunt geweest.

Water

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Phasellus rhoncus congue pellentesque. Maecenas placerat dictum pretium.

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Phasellus rhoncus congue pellentesque. Maecenas placerat dictum pretium.

Staat jouw vraag hier niet tussen?